4.1.1 Marktontwikkeling rente
De rente is in afgelopen periode gedaald als gevolg van monetaire maatregelen vanuit de Europese Centrale Bank (ECB). In juni heeft de ECB-rente verlaagd tot 2,0%. Mogelijk wordt de rente dit jaar nog verder verlaagd. Dit is afhankelijk van de ontwikkeling van de inflatie, de economische groei en de geopolitieke ontwikkelingen.
4.1.2 Financieringsbehoefte
Alle geldstromen van de provincie lopen via de centrale treasuryfunctie. De provincie hanteert een systeem van totaal financiering. In dit systeem bestaat er geen direct verband tussen een bepaalde investering en het aantrekken van financieringsmiddelen. Elk jaar is, als onderdeel van de begroting, een inschatting gemaakt van de ontwikkeling van de liquide middelen. Er wordt hiervoor een geprognotiseerde balans en een liquiditeitsprognose gemaakt. De uitgaven en inkomsten van de provincie lopen niet synchroon in de tijd.
In de Begroting 2025 is een inschatting opgenomen van de ontwikkeling van de liquiditeiten over 2025. Een rentepost is opgenomen van € 1,7 miljoen. Wekelijks wordt het banksaldo liquide middelen beoordeeld en geïnventariseerd of het aantrekken van financiering op korte termijn nodig blijkt. De liquiditeitspositie is in 2025 goed. Het saldo in de schatkist bij het Rijk bedraagt op 30 juni 2025 € 228 miljoen. Oorzaak van dit saldo zijn de ontvangen middelen van het Rijk voor het UPLG.
Gezien het saldo in de schatkist is de verwachting is dat in 2025 geen vaste geldlening hoeft worden aangetrokken. De geraamde rentepost wordt verlaagd met € 1,68 miljoen. Voor de rentevergoeding van het schatkistbankieren is een renteopbrengst geraamd van € 4 miljoen. Het rentepercentage van de vergoeding is als gevolg van rentedaling door de ECB ook gedaald van 2,9% in het 1e kwartaal naar ongeveer 1,9% in het 2e kwartaal.
4.1.3 Financieringsinstrumenten
Inleiding
De inzet van financiële beleidsinstrumenten, zoals geborgde leningen en verstrekte leningen, past bij de tijdsgeest waarin de provincie en andere lokale overheden in toenemende mate kiezen voor een faciliterende rol. Dit betekent dat zij realisatie van publieke doelstellingen steeds vaker geheel of gedeeltelijk onderbrengen bij (private) partijen.
Vanuit het beleid wordt als eerste beoordeeld of een financieringsinstrument geschikt is om bij te dragen aan de te realiseren doelen. In de nota Financieringsbeleid zijn de kaders van de financieringsinstrumenten vastgesteld. Provinciale Staten worden in deze Najaarsrapportage geïnformeerd over de totaalstand van de borg- en garantstellingen en de verstrekte leningen in 2025.
Garantstellingen
Borg- en garantstelling (gebaseerd op artikel 7:850 e.v. van het Burgerlijk wetboek) zijn beiden middelen om wederpartijen een extra vorm van zekerheid te bieden dat een geldvordering voldaan zal worden. Een borgstelling kan pas worden ingeroepen als de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet. Een garantstelling wordt afgesloten in een overeenkomst en daarin worden de condities opgenomen wanneer de garantstelling door de schuldeiser wordt ingeroepen en de voorwaarden die op de garantstelling van toepassing zijn. Voor een garantstelling wordt gekozen wanneer financiers niet bereid zijn (volledige) financiering te verstrekken onder voorwaarde passend bij het maatschappelijk gewenste resultaat, zonder een garantstelling.
De grens van het garantieplafond is in de € 20 miljoen. In de Zomernota 2024 is het garantieplafond verhoogd met € 10 miljoen vanwege de Zero Emissie-bussen. Hierover is de volgende ontwikkeling:
Zero Emissie-bussen
In het vastgestelde statenvoorstel Meerpartijenovereenkomst Zero Emissie-bussen nieuwe OV-concessies (28 juni 2023, kenmerk UTSP-2051524397-2541) is besloten optioneel een garantstelling aan te bieden ten behoeve van de financiering van Zero Emissie-bussen. In juli 2024 hebben GS de concessies Utrecht Binnen en Utrecht Buiten, die vanaf december 2025 gaan rijden, verleend. Na de concessieverlening zijn met beide winnende concessiehouders meerpartijenovereenkomsten afgesloten. In de overeenkomsten worden geen garantstellingen door de provincie afgegeven en is volstaan met het verstrekken van een aantal waarborgen aan de financier. Er is derhalve geen gebruik gemaakt van de optie die in het statenvoorstel van juni 2023 was opgenomen. De mogelijke risico’s die samenhangen met de verstrekte waarborgen worden opgenomen in het concernbrede risicomanagementsysteem en daarmee afgedekt via de reserve Weerstandsvermogen.
Met deze ontwikkeling hoeft het vastgestelde garantieplafond van € 20 miljoen niet te worden verhoogd.
Verstrekte leningen
In de nota Financieringen is opgenomen dat PS in de P&C producten geïnformeerd wordt over het verloop van de verstrekte leningen. In 2025 wordt de lening van € 5 miljoen verstrekt aan Stichting Nationaal Groenfonds voor het ontwikkelfonds voor energiecoöperaties. Dit overeenkomstig het PS-besluit van 19 juni 2024.
